dinsdag 5 april 2016

Subh Holi!

Dag iedereen

Het is alweer even geleden dat we hier iets postten, maar we vonden in deze drukke tijd toch een gaatje om onze schitterende avonturen met jullie te delen! Ondertussen zijn we al over de helft van onze fantastische ICOS-ervaring, wat gaat de tijd snel, veel te snel..

Vol goede moed vertrokken we op maandag weer naar onze stageschool, de laatste volle schoolweek voor de paasvakantie was al aangebroken. Na enkele weken grondig observeren en lessen geven, zijn er enkele zaken waar we ons nog steeds zorgen om maken. De leerlingen die voortdurend moeten wachten op elkaar tijdens de lessen en tussen de lestijden door, het grote aantal leerkrachten op de school, maar vooral de geringe begeleiding die de kinderen krijgen van de leerkrachten. Dit laatste vinden wij echt een grote hindernis binnen het onderwijs hier in Suriname.

Onze stageschool beschikt niet over een zorgjuf of een zorgcoördinator en er is ook geen enkele leerkracht die de kans kreeg om een bijscholing te volgen in verband met begeleiding van de leerlingen. Bij ons in België wordt er net heel veel aandacht besteed aan zorg voor elk kind. We storen ons een beetje aan het feit dat elke les op dezelfde manier verloopt. Eerst is er een klassikale instructie waarbij de leerlingen letterlijk in koor het antwoord moeten roepen doorheen het klaslokaal en daarna moeten ze in stilte werken aan hun oefeningen. Op dit moment zit de leerkracht aan haar bureau. Wij merkten op dat heel veel leerlingen met vragen blijven zitten of zelfs helemaal niet weten wat ze moeten doen. Daarom kregen wij het idee om een project rond zorg uit te werken. Dit houdt in dat we zorgkoffers gaan ontwerpen met materiaal in die de zwakke leerlingen helpen. Het gaat voornamelijk over didactisch materiaal en oefenmateriaal waarbij de leerlingen zelf kunnen oefenen en zichzelf kunnen controleren en dit op vlak van lezen en rekenen. Dit zijn de twee grote valkuilen binnen het onderwijs hier in Suriname. Aan de hand van testen die we afnamen of lessen die we gaven ontdekten we dat verschillende leerlingen uit het eerste en het tweede leerjaar de klanken nog niet met de letters kunnen verbinden. Teksten lezen is onmogelijk voor sommige leerlingen, terwijl dit wel al wordt verwacht. Zelfs in het derde leerjaar zijn sommige leerlingen nog niet in staat om het woord bank en het woord restaurant te lezen. In de derde graad zijn de tafels nog niet beheerst. De tafels zijn de basis voor heel wat wiskundige onderwerpen, dus dit is eigenlijk wel een groot knelpunt.

Samen met Sophie en Axelle legden we onze ideeën voor aan het schoolhoofd. Ze was zeer enthousiast en ging volledig akkoord met onze plannen. Na de paasvakantie krijgen we zelfs de kans om ons project voor te stellen op een vergadering die zal bijgewoond worden door de inspectie, spannend…

Charlotte en ik ontfermden ons deze week vooral over de kindjes die helemaal nog niet kunnen lezen. Het gaat om enkele leerlingen waarvan de thuistaal geen Nederlands is en ook enkele leerlingen die vanwege een grote achterstand nog steeds de klanken nog niet aan de letters kunnen koppelen. De leerkrachten hebben de moed al opgegeven, maar wij helemaal nog niet! We merkten dat deze kindjes het echt appreciëren dat we ze willen helpen. Tijdens de speeltijden komen ze naar ons toe om te vertellen dat ze de woordjes nog steeds kunnen, dat ze oefenen thuis. Dit geeft ons als toekomstige leerkrachten echt een onbeschrijfelijk gevoel!

Op donderdag maakten we een afspraak om het kinderhuis ‘ELIM van de HEER’ in de straat van onze school te bezoeken. Wanneer we toekwamen werden we hartelijk ontvangen door de onderdirecteur mevrouw Debby. We werden onmiddellijk stil van de verhalen die ze met onze deelde. We waren zelfs een beetje in shock toen we te horen kregen dat de overheid helemaal niets van subsidies vrijgeeft om de weeshuizen in Suriname te steunen. Sommige ouders komen hun kinderen gewoon letterlijk dumpen en daarna kijken ze er nooit meer naar om. Net alsof de kinderen nooit bestaan hebben. In het weeshuis focussen ze zich heel veel op het creëren van ‘een familiegevoel’. Dit is heel belangrijk zei mevrouw Debby want veel kinderen voelen zich eenzaam en minderwaardig. De meeste weeshuizen in Suriname richtten zich op een bepaald gebied, bijvoorbeeld alle kinderen met aids zitten gegroepeerd in één weeshuis. Het kinderhuis ‘ELIM van de HEER’ maakt hierop een uitzondering, er worden zowel wezen, half wezen, seksueel misbruikte kinderen en gehandicapte kinderen opgevangen. Dit komt doordat de oprichters van het kinderhuis meneer en mevrouw Singh zelf twee gehandicapte zonen hadden.









Na de uitleg kregen we een rondleiding. Op vraag van ons mochten we ook eens de meisjeskamer zien. Vol verbijstering keken we rond in een kleine kamer met tien bedden. Overal lagen hopen kleren, allemaal door elkaar. Het is erg om te zien hoe weinig privacy de kinderen hebben, maar er is gewoon niet genoeg plaats om aparte kamers te maken. We waren blij verrast dat er een moestuin en een kinderboerderij was voor de kinderen. Ze proberen zo goed mogelijk in te spelen op de interesses van elk kind. We kregen ook de kans om de polikliniek en school in wording eens te bekijken. Dit zijn twee plannen van het weeshuis die ze willen realiseren, maar helaas kunnen ze dit voorlopig niet afwerken aangezien ze moeten leven van donaties.  Mevrouw Debby was zo blij met onze komst dat ze vroeg of we in de paasvakantie nog eens wilden terugkeren. Wij waren natuurlijk ook heel enthousiast en maakten een afspraak voor in de vakantie activiteiten met de kinderen te doen.
Verder was het een zeer bewogen week op school, we konden merken dat de leerlingen nood hadden aan vakantie. Er werd veel gevochten, dit is hier zeer normaal in Suriname. De leerkrachten komen dan ook niet tussen wanneer ze een gevecht zien op de speelplaats. Wij schieten er dan als pijlen naartoe om de kinderen uit elkaar te trekken, waarbij juf Charlotte zelfs een flesje tegen haar hoofd kreeg. Toen onze begeleider Raggie op bezoek kwam, moest dit ons even van het hart. Hij zei dat dit echt heel normaal is en dat de kinderen thuis aangeleerd krijgen dat ze moeten terugvechten wanneer iemand hen slaat of duwt, anders zijn het ‘losers’ en die worden hier niet getolereerd. De wet van de sterkste is hier wel degelijk aan bod.

Zaterdag vertrokken we rond 9.30 uur met het busje richting de Jodensavanne. Daar kregen we een korte rondleiding. De Jodensavanne ligt ongeveer 50 km ten zuiden van Paramaribo en is staat al sinds 1999 op de lijst voor Werelderfgoed van de UNESCO. Daarna reden we verder naar Overbridge, dit is een recreatiepark waar je kan logeren of gewoon even kan zonnen.







Maandag was het een zeer spannende dag, we vertrokken vol nieuwsgierigheid en met onze gekleurde poeder naar school, want er werd Holi Phagwa gevierd. Dit is een lentefeest waarbij de Hindoes het nieuwe jaar inluiden. Het was de laatste schooldag voor de kinderen, vooraleer de paasvakantie van start ging. Feestvieren gaat in Suriname altijd gepaard met eten. Charlotte en ik werden om 9.30 uur verwacht in de eerste klas om samen met de kindjes een typisch Surinaams gerecht te eten nl. rijst met kip, kousenband en roti. Voor ons is het heel vreemd om s’ morgens warm eten te krijgen en daarbovenop moesten we het ook met onze handen opeten. Na het hoofdgerecht kwamen nog visballetjes, opgevulde eieren, cake en veel meer. De Surinamers hebben er duidelijk geen moeite mee om grote porties binnen te spelen. Na het eetfestijn verzamelden alle kinderen om 10 uur op de speelplaats. Er werd gezongen, een dansoptreden gegeven en enkele kinderen mochten modeshow lopen. De sfeer zat er meteen al goed in. Wanneer het startschot gegeven werd ontstond een hels kleurenspektakel. De leerlingen gooiden poeder op elkaar en op ons en we dansten samen met hen op Hindoestaanse beats. Het was echt een zeer toffe dag en nu keken we nog meer uit naar het echt Holi Phagwa feest.








Om dit in te zetten vertrokken we dinsdagavond met z’n allen naar Domburg waar we hartelijk ontvangen werden door een oud schoolhoofd mevrouw Dongen. Samen met haar zoon verkenden we de omgeving en wanneer het donker werd gingen we kijken naar de holika verbranding. Dit is een ritueel waarmee de Hindoes Holi Phagwa inzetten. De kwade heks wordt verbrand en daarna feesten ze het nieuwe jaar in. Voor ons was het heel raar en een beetje eng om dit ritueel mee te maken omdat we niet volledig het verhaal erachter kennen en we konden ook niet verstaan wat er allemaal gezegd werd.
Nadat alle rituelen waren uitgevoerd startte het echte Holi Phagwa feest. We werden woensdagmiddag uitgenodigd bij een juf van onze school. We vonden het een beetje spannend omdat we niet goed wisten wat we mochten verwachten. We werden zeer enthousiast ontvangen met een knuffel van de volledige familie. Net zoals wij in België elkaar op 1 januari begroeten met gelukkig nieuwjaar, wenste iedereen elkaar Subh Holi. Toen we binnenkwamen wreven ze poeder over ons gezicht en er werd ook parfum gespoten. We proefden verschillende typische gerechten, maar moesten ook soms eens iets doorspoelen met een beetje cola. Telkens wanneer een familielid toekwam werd iedereen weer ingesmeerd met poeder en na een tijdje had iedereen al een mooi kleurtje. Het was een zeer warme familie en we voelden ons heel erg welkom. Het was echt leuk om eens een feest mee te maken in familieverband. Daarna vertrokken we richting het Onafhaneklijkheidsplein waar het Holi Phagwa festival doorging. Daar ontmoetten we de andere studenten en er werd nog lang gefeest.
Het was echt eens de moeite waard om dit allemaal mee te maken en een ideaal startschot om de paasvakantie in te gaan.




Vele groetjes

Delphine en Charlotte