Dag iedereen
Het is alweer even geleden dat we
hier iets postten, maar we vonden in deze drukke tijd toch een gaatje om onze
schitterende avonturen met jullie te delen! Ondertussen zijn we al over de
helft van onze fantastische ICOS-ervaring, wat gaat de tijd snel, veel te
snel..
Vol goede moed vertrokken we op
maandag weer naar onze stageschool, de laatste volle schoolweek voor de
paasvakantie was al aangebroken. Na enkele weken grondig observeren en lessen
geven, zijn er enkele zaken waar we ons nog steeds zorgen om maken. De
leerlingen die voortdurend moeten wachten op elkaar tijdens de lessen en tussen
de lestijden door, het grote aantal leerkrachten op de school, maar vooral de
geringe begeleiding die de kinderen krijgen van de leerkrachten. Dit laatste
vinden wij echt een grote hindernis binnen het onderwijs hier in Suriname.
Onze stageschool beschikt niet
over een zorgjuf of een zorgcoördinator en er is ook geen enkele leerkracht die
de kans kreeg om een bijscholing te volgen in verband met begeleiding van de
leerlingen. Bij ons in België wordt er net heel veel aandacht besteed aan zorg
voor elk kind. We storen ons een beetje aan het feit dat elke les op dezelfde
manier verloopt. Eerst is er een klassikale instructie waarbij de leerlingen
letterlijk in koor het antwoord moeten roepen doorheen het klaslokaal en daarna
moeten ze in stilte werken aan hun oefeningen. Op dit moment zit de leerkracht
aan haar bureau. Wij merkten op dat heel veel leerlingen met vragen blijven
zitten of zelfs helemaal niet weten wat ze moeten doen. Daarom kregen wij het
idee om een project rond zorg uit te werken. Dit houdt in dat we zorgkoffers
gaan ontwerpen met materiaal in die de zwakke leerlingen helpen. Het gaat
voornamelijk over didactisch materiaal en oefenmateriaal waarbij de leerlingen
zelf kunnen oefenen en zichzelf kunnen controleren en dit op vlak van lezen en
rekenen. Dit zijn de twee grote valkuilen binnen het onderwijs hier in
Suriname. Aan de hand van testen die we afnamen of lessen die we gaven
ontdekten we dat verschillende leerlingen uit het eerste en het tweede leerjaar
de klanken nog niet met de letters kunnen verbinden. Teksten lezen is
onmogelijk voor sommige leerlingen, terwijl dit wel al wordt verwacht. Zelfs in
het derde leerjaar zijn sommige leerlingen nog niet in staat om het woord bank
en het woord restaurant te lezen. In de derde graad zijn de tafels nog niet
beheerst. De tafels zijn de basis voor heel wat wiskundige onderwerpen, dus dit
is eigenlijk wel een groot knelpunt.
Samen met Sophie en Axelle legden
we onze ideeën voor aan het schoolhoofd. Ze was zeer enthousiast en ging
volledig akkoord met onze plannen. Na de paasvakantie krijgen we zelfs de kans
om ons project voor te stellen op een vergadering die zal bijgewoond worden
door de inspectie, spannend…
Charlotte en ik ontfermden ons
deze week vooral over de kindjes die helemaal nog niet kunnen lezen. Het gaat
om enkele leerlingen waarvan de thuistaal geen Nederlands is en ook enkele
leerlingen die vanwege een grote achterstand nog steeds de klanken nog niet aan
de letters kunnen koppelen. De leerkrachten hebben de moed al opgegeven, maar
wij helemaal nog niet! We merkten dat deze kindjes het echt appreciëren dat we
ze willen helpen. Tijdens de speeltijden komen ze naar ons toe om te vertellen
dat ze de woordjes nog steeds kunnen, dat ze oefenen thuis. Dit geeft ons als
toekomstige leerkrachten echt een onbeschrijfelijk gevoel!
Op donderdag maakten we een
afspraak om het kinderhuis ‘ELIM van de HEER’ in de straat van onze school te
bezoeken. Wanneer we toekwamen werden we hartelijk ontvangen door de
onderdirecteur mevrouw Debby. We werden onmiddellijk stil van de verhalen die
ze met onze deelde. We waren zelfs een beetje in shock toen we te horen kregen
dat de overheid helemaal niets van subsidies vrijgeeft om de weeshuizen in
Suriname te steunen. Sommige ouders komen hun kinderen gewoon letterlijk dumpen
en daarna kijken ze er nooit meer naar om. Net alsof de kinderen nooit bestaan
hebben. In het weeshuis focussen ze zich heel veel op het creëren van ‘een
familiegevoel’. Dit is heel belangrijk zei mevrouw Debby want veel kinderen
voelen zich eenzaam en minderwaardig. De meeste weeshuizen in Suriname richtten
zich op een bepaald gebied, bijvoorbeeld alle kinderen met aids zitten
gegroepeerd in één weeshuis. Het kinderhuis ‘ELIM van de HEER’ maakt hierop een
uitzondering, er worden zowel wezen, half wezen, seksueel misbruikte kinderen
en gehandicapte kinderen opgevangen. Dit komt doordat de oprichters van het kinderhuis
meneer en mevrouw Singh zelf twee gehandicapte zonen hadden.
Na de uitleg kregen we een
rondleiding. Op vraag van ons mochten we ook eens de meisjeskamer zien. Vol
verbijstering keken we rond in een kleine kamer met tien bedden. Overal lagen
hopen kleren, allemaal door elkaar. Het is erg om te zien hoe weinig privacy de
kinderen hebben, maar er is gewoon niet genoeg plaats om aparte kamers te
maken. We waren blij verrast dat er een moestuin en een kinderboerderij was
voor de kinderen. Ze proberen zo goed mogelijk in te spelen op de interesses
van elk kind. We kregen ook de kans om de polikliniek en school in wording eens
te bekijken. Dit zijn twee plannen van het weeshuis die ze willen realiseren,
maar helaas kunnen ze dit voorlopig niet afwerken aangezien ze moeten leven van
donaties. Mevrouw Debby was zo blij met
onze komst dat ze vroeg of we in de paasvakantie nog eens wilden terugkeren.
Wij waren natuurlijk ook heel enthousiast en maakten een afspraak voor in de
vakantie activiteiten met de kinderen te doen.
Verder was het een zeer bewogen
week op school, we konden merken dat de leerlingen nood hadden aan vakantie. Er
werd veel gevochten, dit is hier zeer normaal in Suriname. De leerkrachten
komen dan ook niet tussen wanneer ze een gevecht zien op de speelplaats. Wij
schieten er dan als pijlen naartoe om de kinderen uit elkaar te trekken,
waarbij juf Charlotte zelfs een flesje tegen haar hoofd kreeg. Toen onze
begeleider Raggie op bezoek kwam, moest dit ons even van het hart. Hij zei dat
dit echt heel normaal is en dat de kinderen thuis aangeleerd krijgen dat ze
moeten terugvechten wanneer iemand hen slaat of duwt, anders zijn het ‘losers’
en die worden hier niet getolereerd. De wet van de sterkste is hier wel
degelijk aan bod.
Zaterdag vertrokken we rond 9.30
uur met het busje richting de Jodensavanne. Daar kregen we een korte
rondleiding. De Jodensavanne ligt ongeveer 50 km ten zuiden van Paramaribo en
is staat al sinds 1999 op de lijst voor Werelderfgoed van de UNESCO. Daarna reden
we verder naar Overbridge, dit is een recreatiepark waar je kan logeren of
gewoon even kan zonnen.
Maandag was het een zeer
spannende dag, we vertrokken vol nieuwsgierigheid en met onze gekleurde poeder
naar school, want er werd Holi Phagwa gevierd. Dit is een lentefeest waarbij de
Hindoes het nieuwe jaar inluiden. Het was de laatste schooldag voor de
kinderen, vooraleer de paasvakantie van start ging. Feestvieren gaat in
Suriname altijd gepaard met eten. Charlotte en ik werden om 9.30 uur verwacht
in de eerste klas om samen met de kindjes een typisch Surinaams gerecht te eten
nl. rijst met kip, kousenband en roti. Voor ons is het heel vreemd om s’
morgens warm eten te krijgen en daarbovenop moesten we het ook met onze handen
opeten. Na het hoofdgerecht kwamen nog visballetjes, opgevulde eieren, cake en
veel meer. De Surinamers hebben er duidelijk geen moeite mee om grote porties
binnen te spelen. Na het eetfestijn verzamelden alle kinderen om 10 uur op de
speelplaats. Er werd gezongen, een dansoptreden gegeven en enkele kinderen
mochten modeshow lopen. De sfeer zat er meteen al goed in. Wanneer het
startschot gegeven werd ontstond een hels kleurenspektakel. De leerlingen
gooiden poeder op elkaar en op ons en we dansten samen met hen op Hindoestaanse
beats. Het was echt een zeer toffe dag en nu keken we nog meer uit naar het
echt Holi Phagwa feest.
Om dit in te zetten vertrokken we
dinsdagavond met z’n allen naar Domburg waar we hartelijk ontvangen werden door
een oud schoolhoofd mevrouw Dongen. Samen met haar zoon verkenden we de
omgeving en wanneer het donker werd gingen we kijken naar de holika
verbranding. Dit is een ritueel waarmee de Hindoes Holi Phagwa inzetten. De
kwade heks wordt verbrand en daarna feesten ze het nieuwe jaar in. Voor ons was
het heel raar en een beetje eng om dit ritueel mee te maken omdat we niet
volledig het verhaal erachter kennen en we konden ook niet verstaan wat er
allemaal gezegd werd.
Nadat alle rituelen waren
uitgevoerd startte het echte Holi Phagwa feest. We werden woensdagmiddag uitgenodigd
bij een juf van onze school. We vonden het een beetje spannend omdat we niet
goed wisten wat we mochten verwachten. We werden zeer enthousiast ontvangen met
een knuffel van de volledige familie. Net zoals wij in België elkaar op 1
januari begroeten met gelukkig nieuwjaar, wenste iedereen elkaar Subh Holi. Toen
we binnenkwamen wreven ze poeder over ons gezicht en er werd ook parfum
gespoten. We proefden verschillende typische gerechten, maar moesten ook soms
eens iets doorspoelen met een beetje cola. Telkens wanneer een familielid
toekwam werd iedereen weer ingesmeerd met poeder en na een tijdje had iedereen
al een mooi kleurtje. Het was een zeer warme familie en we voelden ons heel erg
welkom. Het was echt leuk om eens een feest mee te maken in familieverband.
Daarna vertrokken we richting het Onafhaneklijkheidsplein waar het Holi Phagwa
festival doorging. Daar ontmoetten we de andere studenten en er werd nog lang
gefeest.
Het was echt eens de moeite waard
om dit allemaal mee te maken en een ideaal startschot om de paasvakantie in te
gaan.
Vele groetjes
Delphine en Charlotte
Geen opmerkingen:
Een reactie posten